Dierlijke bijproducten moeten per categorie fysiek gescheiden opgeslagen en geïdentificeerd worden. Dit is een nieuw voorschrift binnen IKB Ei. Dit is bijvoorbeeld belangrijk als u te maken heeft met een voedselveiligheidsincident op uw bedrijf.
Dierlijke bijproducten kunnen ontstaan bij de productie van levensmiddelen van dierlijke oorsprong en zijn niet (meer) geschikt voor menselijke consumptie. Ook vallen levensmiddelen die niet meer geschikt zijn voor menselijke consumptie onder dierlijke bijproducten. Deze en meer informatie kunt u ook terug vinden in het handboek voedselveiligheid eierketen.
Dierlijke bijproducten worden ingedeeld in drie categorieën naarmate het risico voor de volksgezondheid en diergezondheid toenemen:
- categorie 1-materiaal (bijvoorbeeld eieren met dioxinegehalte boven wettelijke norm)
- categorie 2-materiaal (bijvoorbeeld eieren met antibioticaresiduen of bedorven producten)
- categorie 3-materiaal (bijvoorbeeld eierschalen, eieren met gebroken schakel en vliezen)
Per categorie zijn er voorschriften over hoe het materiaal moet worden vernietigd of kan worden verwerkt of gebruikt. De NVWA heeft een handige flyer waarin een overzicht wordt gegeven over de afvoermogelijkheden van dierlijke bijproducten van pluimvee.