Dioxine onderzoek

Binnen IKB Ei monitoren wij op dioxines en (niet)dioxine-achtige PCB’s. Dioxines vormen een risico voor uw pluimveebedrijf en de voedselveiligheid van uw producten. Het is daarom belangrijk om de risico’s rondom dioxine goed in de gaten te houden.

 

Wanneer laat u onderzoek uitvoeren?

Bedrijven met buitenuitloop:

  • Eenmaal per ronde van elk legkoppel
  • Bij dieren tussen 30 en 45 weken oud

Bedrijven zonder uitloop:

  • Eenmaal per twee legrondes van elk legkoppel
  • Aan het eind van de legronde

Het onderzoek vindt plaats bij een erkend (geaccrediteerd) laboratorium.

Bekijk monitoringsprotocol in bijlage 11

Wat kunt u zelf doen?

Veilig diervoeder: Koop alleen diervoeder aan van SecureFeed deelnemers. Voor mengvoeders geldt aanvullend dioxinemonitoring volgens GMP+ BCN-NL2.

Risicoanalyse: Voer de IKB Ei risicoanalyse uit voor uw bedrijf, vooral na een verbouwing of aanpassing van de uitloop. Zo spoort u mogelijke besmettingsbronnen op.

Schone uitloop: Zorg dat uw uitloop geen verontreinigingen bevat. Laat een bodemmonster nemen of van nieuwe grond een partijmonster analyseren.

Dioxine onderzoek in diervoeders

Sinds 1 maart 2012 bestaat de GMP+ norm voor dioxine in (opfok)legvoeders (GMP+ BCN-NL2). Deze norm is in overleg tussen de legsector en diervoedersector opgesteld. Een belangrijk onderdeel is de verhoogde monitoringsfrequentie door diervoederfabrikanten op dioxine en dioxine-achtige PCB’s.

Wat gebeurt er bij verhoogde waarden?

Bij verhoging van de actiegrens:

  1. De diervoederleverancier onderzoekt de oorzaak
  2. De leverancier informeert u als pluimveehouder
  3. U geeft deze melding door aan uw afnemer
  4. Uit voorzorg kan extra onderzoek in eieren worden uitgevoerd